Naar de Rietveldstoel 2.0


Maar toch heb ik een paar kanttekeningen waar ik allengs achter kwam door de stoel zelf in elkaar te zetten. En zo ben ik van de Rietveldstoel naar de Rietveldstoel 2.0 gekomen.


"IJzervrij"


1. Ik wou de stoel “ijzervrij” hebben; een soort van principe kwestie De stoel is zo mooi ontworpen en mijn bescheiden mening is dat de stoel alleen uit hout, deuvels en lijm zou moeten bestaan. Dus moesten de twee pinnen en de acht schroeven weg.

2. Rietveld heeft schroeven gebruikt om de zitting en de leuning aan het geraamte vast te monteren. Cassina gebruikt nog steeds schroeven voor de montage van Leuning en zitting op het geraamte. Zij het met een beugel. Ook zijn er twee ijzeren pinnen gebruikt voor de “verankering” van de leuningen op de achter stoelpoten. Naar het waarom kan ik alleen maar gissen. Maar het lijkt me zeker dat in in 1918 het eenvoudiger was om te schroeven dan om te passen en meten met gaten en deuvels. Zodoende heb ik keurig berekend waar de gaten moeten komen in het geraamte van de stoel voor de bevestiging van zitting en leuning en onder welke hoek die gaten geboord moeten worden in het geraamte. En anno 2020 met moderne apparatuur werkt dit goed. Zo zijn zitting en leuning dus nu ook met deuvels te monteren. Bijkomend positief effect is dat de stoel “stijver” wordt wanneer de leuning en zitting niet met schroeven gemonteerd zijn maar met deuvels. 
Zodoende kunnen de schroeven zich ook niet los “wringen” bij het dagelijks gebruik (schuiven, optillen etc.). Met alle mogelijke lelijke effecten tot gevolg wanneer de schroeven los gaan zitten. En ook al zijn de schroeven verzonken en wordt er voor het schilderen met plamuur gewerkt, na een tijdje gaan de schroeven toch "werken" en worden de plekken waar de schroeven zitten zichtbaar. Door de deuvelverbinding is dat niet meer het geval. Ook bestaat er zo geen risico zo dat eventueel  kleren blijven haken achter een loskomende schroef van de zitting en/of leuning.


Naar de Rietveldstoel 2.0


"Lengte en gewicht"


3. Lengte en Gewicht. Na de stoel in elkaar gezet te hebben is het natuurlijk geweldig om naar de stoel te kijken – het is niet voor niets ook een kunstwerk – maar vooral ook om er in te gaan zitten. En daar begint de discussie in het gezin natuurlijk onmiddellijk. Zit de stoel nou wel lekker of niet? De een zegt ja, de ander nee. Eerlijk gezegd was ik het met de nee-zeggers eens. Een beetje teleurstelling dus. Ik denk dat Rietveld het ook wel wist gezien het gedicht van Morgenstern wat volgens de originele handleiding onder de stoel geplakt moet worden. 


Wenn Ich sitze, möchte Ich nicht

sitzen, wie Mein Sitzfleisch möchte

sondern wie Mein Sitzgeist sich,

säße er, den Stuhl sich flöchte

4. Verder viel mij op tijdens het zitten dat de stoelpoten bijzonder kort zijn nl. 33 centimeter waardoor de stoel natuurlijk erg laag zit. Terwijl ik met mijn gemiddelde lengte van 181 cm een lengte mat van hiel (onderkant op de grond) tot knieholte van 50 centimeter van mijn been. 
Vervolgens ben ik bij andere meer moderne stoelen gaan meten. Daar ligt de hoogte van de voorpoten meestal rond de 45 centimeter. Ik vroeg me af wat daar de reden voor kon zijn. En toen kam de ingeving! De stoel is ontworpen in 1918. En inmiddels leven we in 2020. En wij mensen zijn natuurlijk veranderd. Met name zijn we langer geworden. Dus ben ik op zoek gegaan of ik hier gegevens over kon vinden. 
En jawel, bij de Universiteit van Amsterdam vond ik een dissertatie waaruit duidelijk blijkt dat toen Rietveld zijn stoel ontwierp (1918) de gemiddelde lengte van de Nederlandse mannen net boven de 170 centimeter is en dat die anno 2016 ongeveer 183 centimeter is. 
Met deze wetenschap heb ik de stoel aangepast. Ik heb de stoelpoten 10 centimeter langer gemaakt waardoor de facto de stoel dus ook 10 centimeter omhoog komt. Het effect is verbluffend. De stoel zit veel beter. Logisch natuurlijk want hierdoor wordt het origineel ontwerp aangepast maar voldoet de stoel als stoel veel beter aan de ergonomische eisen van vandaag. 
Waarbij, heel belangrijk, het esthetische effect van de stoel niet aangetast wordt en de stoel dankzij de briljante X,Y en Z driedimensionale constructie die zo belangrijk voor de stoel niet aangetast wordt. De stoel blijf zijn “stijve” constructie behouden. Ook mede doordat de leuning en zitting niet met schroeven vast zitten aan het geraamte van de stoel maar ook met de Deuvel verbinding waarmee ook in de rest van de stoel gewerkt wordt.
5.Komen we tenslotte bij de laatste wijziging. Immers bij meer lengte hoort ook meer gewicht. Laten we zeggen minimaal 10 kilogram. Bij het zitten kwam ik tot de conclusie dat het geraamte van de stoel dit prima kon hebben. Bij de zitting en de leuning had ik mijn twijfels. Bij Rietveld zijn die “slechts”10 mm dik. Ik heb die 15 millimeter gemaakt. Ook dit maakt de stoel wat robuuster en steviger zonder dat de esthetiek van de stoel wordt aangepast. 

Samengevat is de stoel op de volgende punten gewijzigd:

De stoel is 10 cm verhoogd.
De bevestiging van zitting en leuning is nu ook met een deuvelverbinding waardoor de stoel “ijzervrij” is en alleen uit hout en lijm bestaat.
Zitting en leuning zijn sterker gemaakt door de dikte te veranderen van 10 naar 15 millimeter.
Naar de Rietveldstoel 2.0

"Doe het zelf"

Aan het einde van mijn Rietveldreis of mijn persoonlijke geschiedenis met de stoel kwam ik eigenlijk ook tot mijn meest belangrijke conclusie: Waarom zou ik mijn “reis” niet delen met andere liefhebbers van deze stoel en van de kunststromingen uit die tijd (de Stijl en Bauhaus). Ook gezien het feit dat in het boek van Drijver en Niemeijer Rietveld gezien kan worden als de voorloper van de “doe het zelf beweging” (blz. 8). 
Hetgeen ook fantastisch beschreven is door Dorothea Sundergeld in het artikel over Gerrit Rietvel in het Duitse Woonmagazine Schoner Wohnen
Wie weit der Designer seiner Zeit voraus war, zeigen auch die "Kistenmöbel", die er in den 30er Jahren für den Amsterdamer Hersteller Metz & Co. entworfen hatte: Sessel, Tisch und Bücherregal aus Holzbrettern, die der Käufer selbst zusammenbauen sollte – Pionierstücke der Do-it-yourself-Bewegung!